Historie locomotief BR 01 (001)

Een van de modellen die bij mij altijd veel indruk hebben gemaakt en zoals ik die altijd noemde was de “grote stoomlok”; in werkelijkheid de BR 01!

BR 01

Eenheid locomotief BR 01 (001)

Het model is in 1937 door Trix Express als BR 03 voor het eerst gepresenteerd, de zogenaamde wonderschone 2C1 sneltreinlocomotief. Deze was meteen een juweel van een model in een prima maatvoering op schaal. Zelfs op de meestal niet geïnteresseerde reizigers maakt de locomotief veel indruk met zijn reusachtige drijfwielen, krachtige stevige ketel en de grote vlakke windleiplaten.

De eenheid locomotief BR 01 (001) eerste bouwjaar 1925.

De eerste Sneltreinlokomotieven die na het eenheids bouwprogramma van de Deutsche Reichsbahn zijn ontstaan waren de tweecilinder machines BR 01 met de Wagner windleiplaten, bijgenaamd; de grote oren.

Trix Express BR 01

Trix Express Web BR 01

Van 1925 tot 1938 ontstonden er bij zes producenten 231 tweecilinderlocs van Bouwserie 01. De aantallen zouden er nog veel meer kunnen zijn als de DRG zoals ze van plan waren meer hoofdbaan vakken voor 20 ton as druk uitgebreid hadden. Omdat dit niet gebeurde schafte ze vanaf 1930 een lichtere variant van de 01 in gestalte de BR 03 aan. In werkelijkheid was de BR 01 een geweldige locomotief die gold als het moeder type voor eenheidslocomotieven. De totale lengte bedraagt meer dan 23 meter en het dienst gewicht 100,4 ton. De lok kan een maximumsnelheid van 130 km per uur ontwikkelen.

De BR 01 in Trix Express model.

  • Van 1937 t/m 1954 3 uitvoeringen 20/57, 20/59, 20/61 wisselstroom.
  • Van 1954 t/m 1955 1 uitvoering TE 757 de ombouw permamotor.
  • Van 1957 t/m 1990 6 uitvoeringen TE 763, 204, 2204, 32204 en 2222 t/m 2224 gelijkstroom.
  • Alleen in 1972 3 uitvoeringen TE 2222, 2223 en 2224.
  • Alleen in 1996 2 uitvoeringen TE 32223 32304 ter gelegenheid van 60 jaar Trix Express.

Wisselstroomtijdperk.

In 1937 werd er een handmonster getoond van de 2C1 sneltreinlocomotief naar de DRG BR 03 met volledig Heusinger (naam van de uitvinder) schuif beweging en grote windleiplaten, het was het eerste HO locomotief met zo’n dergelijke schuifbeweging. Trix Express bracht in 1937 dit model op de markt onder het nummer 20/57 met een totale lengte van 26,8 cm was het een zeer fraai slank model. Volgens de catalogus was het voor het eerst een in verhouding zonder inkorten van de totale lengte en as afstanden rijvaardig model gebouwd.
In 1938 werd de 2C1 uitgevoerd met een op afstand te bedienen ontkoppeling in de tender de 20/59. Trix noemt dit (gepatenteerd) systeem Trix-Automatic. Dit systeem baarde destijds op de beurs in Leipzig veel opzien! Het model is gebouwd tot 1950.
In de nadagen van het wisselstroom tijdperk 1951-1954 is er nog een variant gemaakt de 20/61 met twee werkende frontlampen, volledig rood ingelegd Heusinger schuifbeweging en doorbroken wielen met slanke buffers. Dit blijkt toch een zeldzamere serie te zijn waarvan de zinkpest meestal behoorlijk heeft toegeslagen.

Gelijkstroomtijdperk.

In 1953 werden de bestaande wisselstroom modellen uitgerust met een ombouw permamotor, hiervoor werd de veldspoel vervangen door een staaf magneet, het anker vervangen door een gelijkstroomanker, borstelhouder wordt vervangen en het complete omschakelmechanisme kwam dus te vervallen, waarvoor er een gewicht in de plaats kwam. Door het vervallen van wisselstroom was er geen op afstand ontkoppelen (Trix Automatic) meer mogelijk. De TE 757 2C1 was de omgebouwde versie met ombouw permamotor, het model was gelijk aan de 20/61 maar uitgevoerd met kleine windleiplaten (Witte) en geen Trix Automatic. Het model wordt in productie gehouden tot 1957. Op de speelgoedbeurs te Neurenberg in 1957 was het meest opvallend nieuwtje het nieuwe model van de populaire 2 C 1-sneltreinlok bouwserie 01 van de Duitse Bondsspoorwegen.
De TED (trix express dienst) vermeldde er in die tijd over; als er een miniatuur lok de titel “model” verdiend is het zeker deze locomotief. Strakke lijnen en uitstekend trek en stijg vermogen zijn de meest kenmerkende eigenschappen van deze Trix lok. De TE 763 die voor het eerst leverbaar was in 1958 heeft de nieuwe krachtige PERMAmotor met veranderde tand en wormwiel overbrenging. Voor en achterzijde zijn voorzien van drie brandende lampen.
De tender heeft een kunstof behuizing en zit vast aan de lok. In 1959 kwam de 1e modificatie en werd de behuizing van de tender metaal spuitgietwerk en op de tenderdraaistellen worden geen buitenslepers gemonteerd, maar daarvoor in de plaats komen vier metalen wielen die voor de stroomopname zorgdragen. Het type krijgt ook een ander nummer te weten TE 204.
De 2e modificatie is in 1960 waarvoor er weer een aanpassing komt voor de tender, de draaistellen zijn helemaal uit metaal spuitgietwerk en er worden zogenaamde asslepers gemonteerd die vast zitten met een schroef aan elk draaistel en moeten daardoor een verbeterde stroomopname geven met de buitenrail, ook wordt hiervoor een gewicht in de tender geplaatst. Tevens worden de lok trix nummers opgehoogd met een 2 dus TE 2204. Deze uitvoering wordt ongewijzigd geproduceerd tot 1972, alleen de koppeling veranderd in 1964 van hevel naar schuif mechanisme.
Daarna de 3e modificatie vanaf 1972 maar dat zijn alleen optische verbeteringen zoals de fraaie opdruk op de tender en de buffers worden voorzien met witte ringen. Het trix nummer wordt 32204 en wordt zo nog geleverd tot de jaren 90. Alleen in 1972 komen er 3 speciale uitvoeringen met grote windleiplaten (Wagner) en in drie verschillende kleurstellingen; zwart TE 2222, groen TE 2223 en grijs TE 2224. De onderbouw van de lok is bruinachtig in plaats van zwart. Deze modellen worden ook veel verkocht in de Internationale uitvoering de TI 2400 serie.
In 1996 komen er naar aanleiding van het 60 jarig jubileum twee bijzondere uitvoeringen van de BR 01 de TE 32223 en TE 32304 in een veranderde groene en grijze kleurstelling. De tenderdraaistellen hebben nu allemaal metalen spaakwielen.